29 juli, 2009. Rondleiding natuurgebied Draaibrug.
Kijk eens, gewoon even goed kijken naar die eerste foto, kijken
zonder bagage.
Verderop volgen de woorden, de informatie, de bagage
Oeverlopertjes, witgatjes, zomertaling,
kluten met jongen. Zomaar een paar waarnemingen in het Draaibrugse natuurgebied.
Dan loop ik te genieten, zondermeer.
En oh jawel, lopend in het selecte
gezelschap van een natuurbeheerder, een boer en een middenstander komen er
allerlei onderwerpen aan de orde:
- de stuw bijvoorbeeld. Een slimme
vinding, niet alleen om het waterpeil te regelen, maar ook om het gebied bij
hoog water af te sluiten. Das handig, snap je? Oké, het duurde bij mij ook
even voordat ik de plus daarvan inzag.
- Het bosje, natuurlijk het bosje. Gedane
bosjes keren niet weer. Ook niet de stronken die nog ‘gered’ waren. Er is
echt helemaal niets meer van over. Een kale plek aan de horizon. Hetzijzo.
Zeker weten dat het toch niet voor niets is geweest.
- die dijk op, dat uitzicht over die
uitgestrekte polders, koeienstallen te opvallend aanwezig, maar desondanks
een plaatje. In het najaar wordt het gebied opengesteld voor wandelaars,
voor Draaibrug betekent dat oversteken bij de rotonde, een smal brugje over,
de dijk op en volgen, tot ergens bij de Olieweg, oversteken, de Olieschans
nemen en terug door de Olieweg. Of gewoon terug over die dijk natuurlijk.
Een redelijke trip, maar prachtig gevarieerd.
- dan zomaar ergens naar de kreek. Grond
met nog veel kale plekken, kruiden die soms aarzelend, soms uitbundig de kop
op steken. Hier mag het tekeer gaan, niets ingezaaid, het komt vanzelf wel.
Aan de randen wordt er zoveel mogelijk rekening gehouden met de buren, door
maaien, soms door spuiten. Een leeuwerik, verdorie, ik herkende hem niet
meteen, die is dus echt zeldzaam aan het worden.
- vis en amfibie zijn niet bepaald
vrienden. Zo is er in water met stekelbaars veel minder overlevingskans
voor dikkopjes. Dat is de reden dat sommige poelen, of ondiepe
kreekrestanten, best eens droog mogen vallen, sterker nog, moeten vallen. Na
zo’n droogte krijgen de amfibieën weer volop kansen.
- Canadese ganzen, opvallend veel en tam
(groot, donkerbruin, lange zwarte nek, witte wangen). Passanten of nieuwe
bewoners. Vossen schijnen gigantische aantallen van het nest te plukken, op
weg naar een ander evenwicht? Diezelfde vos plukt met hetzelfde gemak ook
een kluut van het nest en laat ik nou juist die kluut supermooi vinden!
Het
was gewoon een bijzonder rondje. Natuurlijk hadden we elk onze bagage mee, ook
dat is variatie, ook dat houdt het boeiend.
Hartelijk dank aan Fred Schenk, Stichting het Zeeuwse Landschap, onze gids.
Dank
ook aan Valère Gijs, op wiens initiatief de afspraak gemaakt werd.
Foto's, tekst en samenstelling: Theo Buijsse.
Met zichtbare bronvermelding mag alles worden overgenomen en
vermenigvuldigd.
Een berichtje wordt in dat geval zeer op prijs gesteld.
Reacties ook. Zie daarvoor startpagina.
Hoe het er eerder
uitzag, kun je hier zien.